Oudere kinderen kunnen motorisch onhandig zijn, houterig bewegen, vaak hun evenwicht verliezen of veel uit hun handen laten vallen. Ook kan een kind angstig zijn om te bewegen of een opvallende lichaamshouding hebben. Soms maakt een kind veel bijbewegingen of lijkt het achter te lopen in zijn motorische ontwikkeling in vergelijking met leeftijdgenoten.
Voorbeelden van indicaties bij het oudere kind: